Klimaatverandering: Boerenbedrijf past zich aan.
Als er iets is wat in 2016 wel duidelijk is geworden is het dat de klimaatverandering ook aan ons land niet voorbij gaat. Nauwelijks vorst, een lang, nat, en koud voorjaar en een lange droge zomer. Eigenlijk de voorwaarden voor een geslaagd oogstseizoen voor onze boeren.
Wat hierbij opvalt is dat de mest die in maart is uitgereden voor een aanzienlijk deel is uitgespoeld en dat in april opnieuw moest worden uitgereden. Dat kostte veel energie en tijd.
De boeren die de mest pas na 1april uit zijn gaan rijden hoefden dat maar één keer te doen.
Door de langdurige kou, konden veel boeren pas omstreeks 1 juni voor het eerst gaan maaien. Het gaf de weidevogels en alle andere bodembewoners ruim de gelegenheid hun jongen groot te brengen. De maand later maaien werd ruimschoots vergoed doordat de boeren de koeien ook een maand langer buiten konden houden en later konden doorgaan met maaien.
De boerenorganisaties hebben deze verandering opgemerkt en vragen hun leden de mestgift uit te stellen tot na 1 april. Omdat de koeien ook een maand later pas op stal gaan is het niet nodig de mestcapaciteit te vergroten. De tijd op stal blijft immers gelijk.
Daarnaast is er landelijk sprake van een “ verlangen “ bij met name Staatsbosbeheer maar eventjes 100.000 hectares kostbare landbouwgrond op te kopen. Het gaat ten koste van het verdwijnen van onze agrarische natuur. Nog steeds de natuur waar 85 % van alle weidevogels willen broeden. Het verleden heeft voldoende aangetoond dat Staatsbosbeheer op alle, haar in beheer geven polderterreinen, bijna niets terecht brengt. Weidevogels verdwijnen, vossen vreten alles op en Staatsbosbeheer verandert slechts de doelstelling “ weidevogels “ in “kruidenrijk plantenland”. Terecht is het de vraag of zij haar mening wel mogen uiten; zij worden immers totaal betaald door de Nederlandse Overheid en zijn dus geen partij.
Europees gezien zou Nederland een stuk beter af zijn indien die 100.000 hectare aan de boeren ten goede zouden komen als een tegemoetkoming voor agrarisch natuurbeheer.
In een dialoog met de boeren zijn in het verleden heel veel goede weidevogel gebieden behouden gebleven.
Een goed voorbeeld hiervan is de inrichting van weidevogel zone’s door de boeren.
Langs een watergang van ongeveer één kilometer lang wordt in februari een strook van 10 meter breed bemest met grove mest. Deze strook wordt tot 15 juli niet bewerkt.
De boeren ontvangt daarvoor een vergoeding van € 1200,- per hectare.
De dichtheid van de weidevogels in de strook is verbazingwekkend, ook doordat nesten er naartoe verplaatst kunnen worden. Meer dan 20 legsels per zone worden gemeld, de kosten per nest zijn dan € 60,- gemiddeld.
Voor informatie: Jankees Vendrik jcvendrik@voni.nl
Indien u dat wenst kunt u een overeenkomst sluiten met de VONI