Mw. E. Schipper, minister,
Postbus 20350,
2515 XP den Haag.
Westbroek, 26-01-2015.
betreft: Nederland Tekenland.
Geachte Mevrouw Schipper,
Elk jaar komen er in Nederland 25.000 nieuwe patiënten met de ziekte van Lyme bij. Dat is elk jaar alle inwoners van een plaats ter grootte van de Bilt. De teek is de gevaarlijkste ziekteverwekker van Nederland. Dat weten de Lyme-patiënten zelf heel goed. Alleen weten de mogelijke aanstichters het nog niet of willen zij het niet weten.
In de uitzending van het programma “De kennis van nu “ van 21 januari jl. heeft ecoloog dr. ing. Gilian van Duijvendijk uitgelegd , dat hij onderzoekt of er een verband is te leggen tussen het steeds vaker voorkomen van teken - met bijbehorende tekenbeten - en het voorkomen van wild. Waarbij “ wild ” bij hem staat voor alle zoogdieren die op de bodem leven en alle vogels die daar boven kunnen vliegen. Zijn onderzoek doet hij naar teken bij muizen.
Toen ik in 1978 het eerste artikel over de ziekte van Lyme schreef, kwam de veroorzaker, een bacterie, slechts bij 1 % van de teken in Amerika voor. In Nederland was het toen bijna nog niet bekend. Dat hadden wij niet. De naam Lyme is afkomstig van het stadje Lyme in de Amerikaanse staat Connecticut waar een bioloog in januari 1970 de relatie legde tussen de beet van een teek - hij was zelf gebeten - en het voorkomen van artritis . Artritis is een plaatselijke of algehele, zeer pijnlijke ontsteking van gewrichten. Niet iets dus waar je je, in Nederland, anno 1980 , druk over zou moeten maken.
Inmiddels zijn wij 35 jaar verder en blijkt uit een onderzoek van 10-07-2014 van de Universiteit van Karlsruhe dat 32 % van de teken, drager is van deze bacterie.
Dat dr. v. Duijvendijk steeds meer wild ziet, komt niet door de muizen maar door de hoeveelheid hoefdieren en dan met name de wilde. Ziet u “ De nieuwe Wildernis”. In 1950 waren er in Nederland nog 6000 reeën , nu zijn dat er meer dan 60.000. Het aantal, in getto’s, levende damherten, en edelherten plus die enkele vrij-levende , is inmiddels ook meer dan 40.000 exemplaren.
In de zomer van 1985 kwam mijn dierenarts met een ree aanzetten. Het arme beest had meer dan 5000 teken op zich! Of ik er iets mee kon? Ja, dat kon ik wel. Ik heb hem gedood en begraven, op één meter diepte, in de grond.
Het wordt augustus 2008 en dan komt mijn terriër Nelson thuis. Hij maakte een wat vermoeide indruk, maar dat is niet abnormaal bij een terriër die buiten is geweest. Ik kijk de hond altijd meteen na op eventuele beschadigingen. En, zoals altijd, deed ik dat s ‘avonds nog een keer. Nelson, had over zijn hele lijf, maar vooral op zijn oren heel veel kleine witte stippen zitten. Maar die zaten vast! Het waren er honderden. Dat had ik nog nooit gezien!
De volgende dag - een kwart was flink gegroeid - heb ik met een pincet meer dan 200 speldeknop-grootte teken, alleen al van zijn oren af gehaald. In de 3 dagen daarna heb ik nog 900 van deze nymphen van hem af gehaald. Als ik ze niet had verwijderd dan was ie al dood geweest!
Sinds de invoering van de Flora en Fauna-wet in 1998 is er in de natuur heel wat veranderd.
Niet alleen is de jacht erg veranderd, ook de Natuur bescherming organisaties zijn erg veranderd. Onder hevige pressie van kritisch faunabeheer werd, wat zij zo graag de plezierjacht noemen, onmiddellijk verboden. Van nu af aan is uitsluitend en alleen “ de beheers jacht ” toegestaan. Reeën, hazen en vossen mogen niet meer geschoten worden. Aangereden wild moet in de natuur achter gelaten worden.
In 2010 heerst er in Brabant een vreemde ziekte. Vooral onder schapen. We weten er het fijne nog niet van. Maar in Duitsland kennen zij het allang en heet het de Q-koorts. De longontsteking die erop volgt, wordt veroorzaakt door de uitwerpselen van de Coxiella burnetti, bacteriën die leven op teken, die, weer leven op hoefdieren. Die stoffijne deeltjes ademen wij mensen en onze kinderen dus in. Dat wordt echt oppassen, vooral bij de Oostvaarders Plassen en ook in de Waterleiding Duinen.
Op 20 juli 2014 promoveert drs. C. Silaghi aan de Ludwig Maxillian Universiteit in München op een onderzoek naar het verspreiden van teken door reeën. Haar onderzoek leidt maar tot één conclusie : Wilde hoefdieren vormen één groot natuurlijke reservoir voor pathogenen als teken. Hoe meer reeën, dam-, en edelherten, hoe meer teken. Hoe meer Lyme.
Daarom is de hoogste tijd het jachtgedeelte van de op stapel staande Natuurwet tegen dit nieuwe licht te houden. Het werpt een totaal ander beeld op de jacht. Jacht wordt een noodzaak!
Daarnaast zou u met onmiddellijke ingang, met artikel 75 van de Flora en Faunawet in de hand, de NBO's moeten verplichten 75 % van hun veel te grote hoefdierenpopulatie in te krimpen en de jacht op de vos met alle middelen die er zijn, ter hand te nemen. Gebeurt dit niet, dan krijgen wij met een paar jaar als superbowl de vossenlintworm, met een nog ingrijpender effect op ons mensen dan de teken nu.
namens de Vereniging Onafhankelijke Natuur Informatie, hoogachtend:
drs. J.C. Vendrik,
( voorzitter.)
dr. Welfferweg 78,
3615 AP Westbroek.
c.c. Mw. S. Dijksma, staatssecretaris E.L.I.,
de leden van de Tweede Kamercommissie voor V.W.S., en de leden van de Tweede Kamercommissie van E.L.I.
VONI, Westbroekse Binnenweg 23, 3612 AG Tienhoven. K.v.K. 30261749.